De digitale hulplijn in opmars

De Druglijn lanceerde vorig jaar een chatdienst, de Zelfmoordlijn start dit jaar met e-mailhulp. Wie een gokprobleem heeft, kan dat sinds kort aanpakken op www.gokhulp.be met een geautomatiseerd zelfhulpprogramma. En ook de Centra voor Algemeen Welzijnswerk lieten onlangs weten dat er op hun site nu een chatknop te vinden is om online een eerste contact te leggen met een hulpverlener. Online hulpverlening zit in de lift, zoveel is duidelijk. “Niet zo verwonderlijk”, zegt Philip Bocklandt, lector en onderzoeksmedewerker aan de Arteveldehogeschool – Sociaal Werk, en auteur van het boek Niet alle smileys lachen. Online hulp in eerste-lijnswelzijnswerk. “We communiceren steeds meer online. We zitten op Facebook, doen aan pc-banking, boeken onze reizen online, shoppen online... Als ze mensen wil blijven bereiken, móet de hulpverlening ook online actief zijn.”

Anoniem online

Online hulpverlening is de laatste jaren sterk gegroeid in Vlaanderen, zowel het aanbod als het bereik ervan. “Het grootste voordeel is de anonimiteit”, zegt Bocklandt. “Mensen die de stap naar een hulpverlener niet durven te zetten, durven online wél over hun problemen praten. Het is opvallend hoe mensen online veel sneller tot de essentie van hun probleem komen. Daarbij komt ook dat onlinehulp altijd en overal beschikbaar is. Je moet je niet verplaatsen, je hoeft geen vrij te nemen op het werk, je maakt er gebruik van wanneer je zelf wil. Dat maakt het aantrekkelijk, vooral voor jonge of drukbezette mensen. Met online hulpverlening bereik je een nieuw doelpubliek. Kijk maar naar Tele-Onthaal: tachtig procent van de mensen die hulp zoeken via de chatservice zijn jonger dan veertig. Bij de mensen die telefonisch contact opnemen is dat slechts dertig procent.” Niets dan voordelen dus, al wil dat niet zeggen dat online hulpverlening faceto-face hulp volledig kan vervangen. “Voor sommige problemen bestaan er volledige onlinehulpprogramma’s, zoals www.alcoholhulp.be. Voor andere problematieken ligt dat moeilijker. Als een vijftienjarige via de chat van Childfocus over seksueel misbruik vertelt, moet je verder gaan dan enkel onlinehulpverlening. Het contact met de hulpverlener blijft belangrijk, maar onlinehulpverlening kan absoluut een zinvolle aanvulling of ondersteuning zijn.”

Praten met je pc

Ook psychotherapeut Paul Koeck is overtuigd van het nut van onlinehulpverlening. Drie jaar geleden lanceerde hij MijnKwartier.be, een onlinezelfhulpprogramma tegen stress.
“Mensen die voor zo’n programma kiezen, maken een duidelijke keuze: ze willen iets aan hun probleem doen, en liefst zélf. Dat je dat zonder schaamte en op je eigen tempo kunt doen, werkt motiverend. Daarna kun je nog altijd een stapje verder gaan en begeleiding bij een therapeut zoeken. We raden mensen steeds aan om naast de onlinehulp ook naar hun huisarts te gaan. Want een goede oplossing blijft een mix van beide.” Hoe (on)persoonlijk is het om je gevoelens toe te vertrouwen aan het computerscherm? “Er is bij dit zelfhulpprogramma niemand die je vragen leest en beantwoordt – dat zou onhaalbaar en veel te duur zijn. Maar het is veel meer op maat dan je denkt. Het systeem stelt gerichte vragen waardoor je je problemen ook gericht kun aanpakken. In de feedback die we van patiënten krijgen lezen we vaak dat ze de therapie als heel persoonlijk ervaren. We zien ook zelf dat het wérkt. Deelnemers die het programma volgen, hadden na een maand gemiddeld 77% minder stress. Dat is een beter resultaat dan in de klassieke psychotherapie.

 

Lees het volledig artikel (pdf): Vitaya – Hoe betrouwbaar is online medische bijstand?