Artikel in het maandblad "Psyche & Brein" (April 2012)


Een computerprogramma dat psychische hulp biedt? Het klinkt een beetje verdacht, maar je kan pas echt oordelen als je zelf de proef op de som hebt genomen. En dat hebben we dus gedaan. Het verhaal begint met een enthousiast persbericht van dokter Paul Koeck, waarin staat dat zijn online zelfhulpprogramma het stressniveau van de deelnemers in één maand tijd met 77 procent vermindert. Klinkt als het ei van Columbus, toch? We hebben allemaal wel eens last van te veel stress, maar velen zoeken pas hulp wanneer alle meters in het rood staan. De initiatiefnemer heeft er geen problemen mee dat ik zijn programma zelf wil uitproberen, maar waarschuwt na een

online test

wel dat mijn stressniveau een stuk lager ligt dan dat van de gemiddelde gebruiker. Ook angstigheid en depressiviteit worden vooraf gemeten met een snelle online test. Voor de drie parameters samen zit ik aan een score van ongeveer 80 op 300. Het gaat dus best goed met mij. Voor ik aan de slag ga met mijn persoonlijke programma, vraagt dokter Koeck om een paar concrete zaken aan te geven waaraan ik wil werken. Ik kies na wat denkwerk voor een professionele invalshoek. Zoals wel meer journalisten ben ik een tikkeltje verslaafd aan de deadline, wat onder meer betekent dat ik vooral presteer met het mes op de keel. Niet ideaal, zeker niet voor een freelancer met een jong kind in huis en een partner die net haar eigen zaak heeft opgestart. Dat uitstelgedrag van mij moet maar eens worden bijgestuurd.

Allesbehalve flitsend

Voilà, ik heb een concreet doel voor ogen, dus kan ik voor het eerst inloggen op

mijnkwartier.be. Van zijn flitsende interface moet dit programma het niet hebben, want het ziet er allemaal vrij basic uit. Jonge gebruikers zullen er eens hartelijk om lachen. Maar uiteindelijk zijn we er niet aan begonnen om geëntertaind te worden. De eerste sessie neemt eerder een halfuur in beslag dan een kwartier, maar dat wisten we op voorhand. Ik blijf achter met een positieve eerste indruk. Er wordt voldoende uitleg gegeven over

hoe het programma in elkaar zit, zonder de drammerige peptalk waar we een beetje bang voor waren. Je krijgt vooral de boodschap mee dat je zelf aan de slag moet. Elke dag een kwartier uittrekken waarin je geen enkele afleiding toelaat: het lijkt geen zware opgave, maar in de praktijk ligt daar de ware test voor je motivatie. Ik heb me voorgenomen om me voluit in het programma te gooien, om het een eerlijke kans te geven. De centrale insteek is dat ik vervelende gewoontes minder vaak ga toelaten in mijn leven, en dat ik ze vervang door hun positieve broertjes en zusjes. Je moet het programma minstens een maand volgen, naar verluidt omdat er wel wat tijd nodig is om de nieuwe patronen als het ware in onze hersenen te ‘branden’. Oplossingsgericht leren denken is de boodschap. Alles verloopt volautomatisch, maar wie daar behoefte aan heeft, kan ook vragen stellen aan dokter Koeck via een intern mailsysteem.

Doe het niet alleen

Ook positief: na je eerste sessie krijg je meteen een mail met de raad om je te laten begeleiden door je huisarts. Bijgevoegd is mijn persoonlijke score op de stressmeter, angstmeter en depressiemeter. Je krijgt ook elke dag huiswerk mee in de vorm van een observatie-opdracht. Ik moet mezelf de komende 24 uur deze vraag stellen: 'Wat heb ik gedaan waardoor ik tevreden ben over mezelf?' Het blijkt niet zo gemakkelijk om mezelf 'live' te observeren, maar geleidelijk aan krijg ik de smaak te pakken. En ook mijn waardering voor het programma groeit gestaag. Van voorgekauwde adviezen is geen sprake: je wordt vooral op een intelligente manier geconfronteerd met je eigen antwoorden op eerdere vragen. En je moet met de regelmaat van de klok ernstig nadenken over jezelf, maar dan zonder de zweverigheid waar ik zo’n hekel aan heb. Een voorbeeld? Op dag drie krijg ik de vraag voorgeschoteld hoe het leven eruit zou kunnen zien waar ik genoegen mee zou nemen. Dat zet je toch even aan het denken. Na tien dagen krijg ik mijn eerste vooruitgangsrapport in een mailtje. De depressiemeter gaat de goede kant op, maar ik ben wat meer gespannen dan bij het begin van de online coaching. Kan absoluut kloppen, want ik heb behoorlijk veel werk op de plank – dit artikel bijvoorbeeld!

Wat hebben we vandaag geleerd?

Ik ontdek gaandeweg dat ik vooral baat heb bij het telkens opnieuw formuleren van wat ik heb meegenomen van de afgelopen sessies. Jammer dat ik daarbij steevast moet denken aan Piet ‘Wat hebben we vandaag geleerd?’ Huysentruyt (voor de Nederlanders: een beruchte Vlaamse televisiekok). Therapietrouw blijkt helaas niet mijn sterkste punt. Op kerstavond nog aan de computer gaan zitten is alvast niet gelukt, en tijdens het familiebezoek inloggen was ook een brug te ver. Maar we houden vol, ook op de dagen dat het dagelijkse kwartier aanvoelt als een corvee. Vrij snel krijg je ook de vraag om vrienden en/of geliefden bij het programma te betrekken. Zij ontvangen een mail met vragen over de veranderingen die ze bij jou waarnemen. Dat klinkt misschien een beetje geforceerd, maar ik voel me desondanks gesteund als ik de eerste reeks antwoorden van mijn vriendin lees. Volgens dokter Koeck wordt er bewust aangestuurd op positieve feedback van de omgeving, omdat veranderingen anders pas na drie tot zes maanden echt in het oog springen. Het positieve effect van die ingreep werkt naar verluidt aan beide kanten: de vriend of partner bekijkt je met andere ogen, en zelf voel je je ondersteund door de vaststelling dat je harde werk zo snel vruchten afwerpt. Niet elk onderdeel van de online therapie werkt even goed voor mij. Ik blijf het bijvoorbeeld moeilijk hebben met het dagelijkse huiswerk, voornamelijk omdat de opdrachten nogal abstract zijn. Maar ik houd in mijn achterhoofd dat een online programma natuurlijk maar tot op zekere hoogte kan inspelen op mijn specifieke behoeften.

Werkt het?

We zijn weer een week verder en mijn deadlines komen steeds dichterbij, maar vreemd genoeg heb ik een ongewoon rustig gevoel. Vorige week stond ik een paar keer op het randje van de paniek, maar nu heb ik elke dag een duidelijke prioriteit voor ogen (dat hoort bij het programma) en probeer ik me ook echt te ontspannen op de momenten dat ik toch niet kan werken. Mijn partner merkt verbaasd op dat ik wel erg relaxed ben voor iemand met zeven deadlines boven zijn hoofd. Die indruk wordt bevestigd door mijn vooruitgangsrapport: de grafiek die mijn stressgehalte voorstelt, vertoont een opvallende neerwaartse knik. Een gevoel van trots overvalt me, ondanks het feit dat ik wel degelijk probeer om een professionele afstand te bewaren. Het mooie aan dit programma is dat het vooral handvatten aanreikt waarmee je zelf op zoek kan gaan naar oplossingen. Van alomvattende remedies is er geen sprake: het draait allemaal om gestaag doorwerken, volhouden en eerlijk leren zijn met jezelf. Ben ik overtuigd? Eigenlijk wel. Na een maand op de cybersofa geloof ik zonder meer dat de bedenker van het programma mensen oprecht wil helpen gelukkiger te worden. Uiteindelijk komt dat neer op therapie met een lagere drempel voor een heel redelijke prijs (55 euro per maand) . Wonderen moet je er niet van verwachten, maar met de juiste motivatie kan je wel een stuk dichter bij je persoonlijke doelen komen. En vooral: je bent niet ‘echt’ in therapie - je helpt jezelf. En dat voelt toch heel wat minder ernstig aan dan op een echte sofa te gaan liggen. Lees het volledig artikel (pdf): Psyche en Brein – Een maand op de cybersofa met Mijn Kwartier Deel dit artikel met je vrienden op facebook, twitter of linked-in, en doe nadien de gratis zelftest. Manu Sinjan, redacteur van Psyche & Brein